matras zonder vlooien, lakens die
ruiken naar pas gemaaid gras
en bovenal jij naast mij
we spelen dat we weer jong
praten in bonte ruikers van klank
elke wijnrode avond toosten op de dag
en de volgende die we samen aansnijden
we ontbijten in de binnentuin
met zicht op de wolken in je ogen
en bovenaards, de japanse esdoorn
brede parasol voor fluisterzinnen
uitgepraat wisselen we lange
stiltes uit de ladekast af met klank-
doosjes van elke streek en zeeën
met eilanden als reuze leliebladeren
ik oefen met lintvuur van vingertoppen
op je huid, de dwarreling van vlokjes
vrede en wensstofjes die jij aanblaast
zaden voor bloemrijke verhalen later
tot we zo dichtbij slapen
gevouwen in versmolten schaduw
[bij valentijn]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden na controle geplaatst