een geruststellend deuntje
waarop ik groots kon spelen
het paard van verbeelding vrije teugel laten
met de rood-groene meccano had ik
de bouwstenen van het leven in mijn hand
bouwde torenhoog tot boven de zitbank
vol kinderlijk geloof en vertrouwen
in het spel dat ik leefde
met die stem van jou in mijn ijle hoofd
zit ik hier nog op de krakende stoel
de werktafel door boeken omwald
nauwelijks plaats voor dit blad
waarop ik altijd je kind
moeizaam met de meccano van taal speel
zoek naar de paar cruciale stukken
opgelost in de onmetelijke tuintjes van mijn jeugd
Uit de bundel Verstrengelingen (2024), p. 96