pink balans

leeg en kaal de witte schaal 
met slechts de schaduw van een hand 
teken van nutteloze tederheid 

dag van handen die vallen 
zijn linker hangt ’s morgens 
tussen bed en bodem 

haar hand in zijn hals 
siddersein over bedrading 
kortsluiting – hij staat stil 

strak in de lucht gespannen 
tussen uiteinden buiten bereik 
als een flikkerlicht boven een straat 

die in een verveloze verte vervaagt 
zonder afdruk na te laten 
in de krant ’s anderendaags 

hij loopt al een leven op lucht 
eet volkorenbrood en rijst met groente 
drinkt een zoveelste kop koffie 

zijn pink houdt het precaire evenwicht

springveer

hij merkt op wat hij
liever niet wil zien
druppels glijden lijdzaam van het raam
spiegelen grijze stippen op het blad

wind blaast de wijde jurken
van de bomen van links naar rechts
plukt elk verkleurend blad
wat los ligt rolt over straat te hoop

hij herkent geen droefheid in herfst
de mengbeker van de dag grijs
en net iets anders gevuld
tong, neus en oog nemen de maat

verbinden de communicerende vaten
van buiten en binnen met 
onzichtbare draden in talloze richtingen
begin- noch eindpunt beschreven

hij luistert zonder stethoscoop
naar de hartslag van woorden
de bloeddruk van korte zinnen
die spreken in de maat van springveren 

hemel in aubergine

hij verzamelt tekens 
letters in het hout 
van schedels gekerfd 

een onwillekeurige herinnering 
aan een tijdperk van doornige hagen 
groei en snoei in beheerste begrenzing 

het landschap ontcijferbaar 
uit decades van menselijk ingrijpen 
afwisseling van lappendekens 

ontbolstering van kastanjes 
de ingekookte stoofpotjes vol herfst 
en glazen vervuld van rood sap 

die dorst lessen en dorstig maken 
in een snelle wals van seizoenen 
van schaarste, droogte en overvloed 

en dan op een late avond 
een geur van fosfor en flitsen 
van het lichtste wit tegen de hemel 

in strak uitgestreken aubergine

kaart

landkaart van het geleefde leven 
lichaam in langzame verkreukeling 
nog met platbodem boot bevaarbaar 
tussen rotspunten van geraamte 

de duwvaart laadt hem op 
voor de niet te schatten tijd 
op de wieltjesstoel voor het raam 
het wiebelende betasten van woorden 

voorproeven, wegen en meten 
uitproberen in de summiere context 
van een eerste aanzet, een beeld 
dat op verbeelding voort borduurt 

het stompje potlood kleiner dan zijn duim 
toch al een kleinduimpje in zijn soort 
hij heeft de stroming mee voor een 
groeiend flottielje van stille klank 

kijk ze botsen bijna tegen randen op 
of is het de duikboot van de nacht 
die zijn spoor klievend om golft 
morgen is hij klaar voor het vervolg



sapje

leg geen meetlat langs je lijf
tel je stappen niet
hinkel niet op oneven getallen
vink geen vakken af
 
versnipper formulieren tot confetti
lees niets dat alleen nu relevant is
alles speelt in het ene vak
dat met je mee stapt als een brede jas
 
vergeet de mythische schaduw
grachtengordels vol verleden
kies een kale witte kamer
een vlak tafelblad afgeboord met boeken
 
ga zitten bij het peertje van de nacht
schil de dagvrucht boven het blad
vertaal de kleuren 
                            van haar sap
________________________________________

opgenomen in de bundel Schetsboek (18/06/2022)

dichterlijn

hoe aanvangen een onmogelijke vraag 
niemand heeft dit blad gemerkt 
geen vak duidt: hier beginnen 

hij vat aan waar er plaats is 
onderaan, in marges, in hoeken 
en achterkanten, nauwelijks leesbaar 

in het net vangt hij alleen golven 
verdwenen zodra opgehaald 
blind tast hij in een lege zak 

hij gooit een lettergreep op het blad 
visje om de snoek te vangen 
niets gebeurt, inkt meteen droog 

zelfs met oude wijsheid komt hij nergens 
niemand neemt op, de dichterlijn doof 
kaars uit voor hij heeft geblazen

innodiging

Valentijn, het speelveld van kwetsbare grote gevoelens, daarom hier een vers uit de bundel Grote Gevoelens (uitgeverijP, 2020, 80 p.), geïllustreerd met schilderijen van Evelien Sergeant:

laat me laaien aan je lichaam
je voor waar merken
je voor lief nemen

laten we de tijd opnieuw
ijken met tijdloosheid
dit elementaire verbond 
van proton en elektron

laten we samen tien-
dimensionaal één zijn
verankerd, verdonkeremaand

laat je lichaam laveloos gaan
liggend tussen leven en dood
over de rand der dingen heen

waar jij en ik alleen
wij zijn

inktveeg

hij slaapt, een sloep op nachtzee 
insect in een halve okkernoot 
hoort gelach in de golfslag 
het onstuimige schuim van een droom 

hij draait onder dubbeldeken van dons en wol 
zoekt een wak om in diepte te verdwijnen 
vindt opening in slaap, de wekker op vier bevroren 
het moment van roerloos evenwicht 

tussen gaande en kerende strandgolf 
milliseconden tussen het klikken 
van de klok, alsof tij zich 
in het eigen mechaniekje verslikt 

hij vaart over verticale lijnen 
loodrecht op de richel van de horizon 
spreekt zacht tegen de stroom in 
schildert tekens voorbij de kantlijn 

vloeit uit in paarse vegen inkt

Meest gelezen

Info Jan M. Meier

Recent (selectie):
  • Vier gedichten in Poëziekrant, 2023 nr. 1, p. 118-119
  • Schetsboek, dichtbundel, met tekeningen van Wouter De Winter, uitgeverij P, juni 2022
  • Recensies Grote Gevoelens in o.m. Poëziekrant, 2020, 4 door Peter Theunynck en Dirk de Geest op mappalibri.
  • Grote Gevoelens, dichtbundel, met schilderijen van Evelien Sergeant, uitgeverij P, feb. 2020
  • Vier gedichten in het Nederlandse tijdschrift Liter 98, 2020, p.68-71
  • Twee gedichten in Poëziekrant, jan. 2020
  • Publicaties online (van en over) in o.a. De schaal van Dighter en Meander.
  • Tekenen, dichtbundel, met pentekeningen van Wouter De Winter, uitgeverij P, dec. 2018
  • Drie gedichten in Deus ex Machina, 165, juli 2018, p. 74
  • De audio-opname van de presentatie van Engelenspoor en een interview zijn allebei beschikbaar op Paukeslag.
  • Engelenspoor, dichtbundel, 80 p., uitgeverij P, 2017, recensie Dirk De Geest
  • Interview met Hedwig Speliers, in Deus ex Machina, 155, dec. 2015, p.70-79.
  • Op de schommel tussen vorm en vent. Over het metaforische denken van Hedwig Speliers, in Deus ex Machina, 155, dec. 2015, p. 4- 18
  • Composities, in Het liegend konijn, okt. 2015, p. 113-117, vertaald naar het Servisch, in het tijdschrift Erazmo, 2017, p. 158-160.
  • Mythe en Wetenschap. Mythische aspecten in de hedendaagse fysica,in Deus ex Machina, 146, Mythologie, pp. 106-115.
  • Interview in: Lukas De Vos, Ivo MIchiels, Poortwachter Woordwachter, 2013, pp.43-62
  • Wetten, in Poëziekrant 2, 2009.
  • Ivo Michiels: de kwadratuur van het ik, een terugblik, in Deus ex Machina, 138-139, sept.-dec. 2011, p. 12-32
  • Ivo Michiels (samenstelling), dubbelnummer Deus ex Machina, 138-139, sept.-dec. 2011.
  • Vergezucht op Antwerpen, in: Antwerpen de stad in gedichten, ed. Philip Hoorne, uitg. 521, 2003, p. 128
  • Gedichten in Deus ex Machina, 103, dec. 2002, p. 73-76
  • Galerie Wijland, Dolores Previtali, beelden & gedichten, p. 6
  • Naar mijn blog Vrolijk puin bis.
  • Een overzicht van de belangrijkste publicaties vind je hier. Klik op 'Alle publicaties'.
  • Externe links: Poëziecentraal en Wikipedia.