insect in een halve okkernoot
hoort gelach in de golfslag
het onstuimige schuim van een droom
hij draait onder dubbeldeken van dons en wol
zoekt een wak om in diepte te verdwijnen
vindt opening in slaap, de wekker op vier bevroren
het moment van roerloos evenwicht
tussen gaande en kerende strandgolf
milliseconden tussen het klikken
van de klok, alsof tij zich
in het eigen mechaniekje verslikt
hij vaart over verticale lijnen
loodrecht op de richel van de horizon
spreekt zacht tegen de stroom in
schildert tekens voorbij de kantlijn
vloeit uit in paarse vegen inkt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden na controle geplaatst