het lot van de ontwortelde
onder notenboom en moeraseik tintelt
licht door het dichte bladerdak
het leven aan de tuintafel verloopt
in speelse menging van schaduw en
sintels licht tussen kopjes, borden en glazen
gedempte woorden en getik van bestek
een linkerhand en een rechter
twee krabben in zachte versmelting
als padden in een bizarre bol
verlijmd tot een kosmos in miniatuur
kaars en notenblad houden muggen weg
zo blijft het ballet voor klank en hand
onverstoord, een precaire prelude
van vingertoppen op houten tafel
t-dansant van blikken en vingers
onder de brede parasol van blad