hij legt zich bij de nacht neer
het lichaam zoekt rust draaiend
in de brede handschoen van laken
hij bruist na van de dag
traagschuim van denkbeeld, daad en ervaring
het nuttige en goede verdonkeremaand
pijn brandt nog in het weke vlees
een vormeloos naaldkussen trekt
door zijn lijf, bijt in knie en schouders
en in gewrichten zonder naam
knaagt aan kwetsbare organen
daagt op in vreemde gedaantes
verhaspelt tijd en plaats en liefdes
woorden spreken uit de verkeerde mond
haar niet langer blond maar zwart
of wit als uit sneeuw gewassen
door fee of kol betoverd
in een ontsporende droom betrapt
sprookje uit tegenspraak gesprokkeld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden na controle geplaatst