het is de tweede dag van de maand
in elke adempauze spaart hij stilte
tussendoor druppelt geluid aan
zijn doffe gehamer klinkt
uit de tuin als uit een kamer
de kale takken houden zich gedeisd
een breed leger ter plaatse rust
wacht op bevelen van wind
smet ligt in hinderlaag om de hoek
stappers steken snel de straat over
glimlach, handgroet is groot genoeg
woorden tijdelijk overbodig
niemand weet wat op lippen parelt
wat adem draagt achter het masker
gesprek een mogelijk vonnis
de stereotiepe taal van eendere woorden
in altijd hetzelfde doodsbericht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden na controle geplaatst