en orde in zijn teksten
zingt zijn lof terwijl ze grapt
en schrapt
ze leest de glinstering van zijn ogen
legt een veelkantige spiegeling in de hare
slaapt in totale overgave
een diepere wereld tussen haar armen
maanwit aan haar hemels lichaam
draait hij de ochtend open
neemt een bad in de dampkring
van haar adem kantelend uit slaap
onder de verwarring van de deken
breken ze de broeihaard open
jagen met schuimende handen warmte aan
tondelen vuur uit hun lichaam
vangen tijd weg als in de versmelting
van sterren in gedeelde val
voor D. op Valentijn
Opgenomen in de bundel Grote Gevoelens, 2020), p. 74