geen groot gebaar en glitter
lichaam getekend door jaren
vingerspel slepend en baldadig
hij verdwaalt in net en web
en witte haren, zijn hand hapert
vuur ontsteekt langs zwerfwegen
en durende dreven van verwondering
het is een spel van herhaling
een stempel die zegen vestigt
soelaas takelt uit de groteske leegte
van de diepste vergeetput
zij speelt zichzelf in telkens dezelfde
nieuwe rol, rollercoaster van spiegelingen
papierbloesem vol vuurrode durf
in ogen en achter de oren
ze repeteren in dagelijkse parade
poppenspel van sprookjesfiguur en fantoom
fruit aan parachutes valt in open mond
alles om de slotscène voor te zijn